In einer Welt des Hasses und der Lieblosigkeit kann nimmermehr ein geistiger Fortschritt verzeichnet werden, und es verfehlt die Erde ihren eigentlichen Zweck, dem in ihr verkörperten Geistigen zur Aufwärtsentwicklung zu verhelfen. Es ist sonach die Zeit gekommen, daß die mannigfaltigen Schöpfungen, die diesen Zweck erfüllen sollten, aufgelöst werden und das Geistige freigeben zwecks neuer Verformung. Für die Menschheit aber bedeutet diese Auflösung ein Sturz aus der schon erklommenen Höhe in die tiefste Tiefe, er bedeutet ein Rückversetzen in die härteste Materie und nochmaligen Gang durch alle Schöpfungswerke auf der neuen Erde. Die Menschen sind durch ihre Liebearmut völlig unwissend und haben für das vor ihnen Liegende kein Verständnis und auch keinen Willen, darüber nachzudenken, so ihnen das Wissen darüber unterbreitet wird. Sie befassen sich nicht mit geistigen Problemen, und es ist dies gleichfalls ein Zeichen, daß die Zeit der Auflösung der alten Erde gekommen ist. Sie sind für keinerlei Aufklärung darüber zugängig, sie leben nur ihren irdischen Interessen und lehnen jedes geistige Gespräch ab. Und deshalb sind Mahnungen und Warnungen erfolglos. So aber jede Möglichkeit ausfällt, daß eine geistige Wandlung stattfindet auf Erden, so ein geistiger Auftrieb völlig ausscheidet, bleibt nur ein gänzlicher Verfall zu erwarten, den Gott aber nicht erst eintreten lässet, sondern zuvor schon die Erde umgestaltet, was zwar mit einem völligen Vernichtungswerk verbunden ist, doch im Plan von Ewigkeit vorgesehen ist, um dem völlig entarteten Menschengeschlecht, d.h. dem darin gebundenen Geistigen, die Möglichkeit einer Aufwärtsentwicklung wieder zu schaffen, weil Gottes endlose Liebe nichts gänzlich fallenlässet, und ob es auch Ihm völlig widersetzlich ist. Die letzte Zerstörung der Erde wird daher gleichzeitig ein Akt größter Barmherzigkeit sein, doch unwiderruflich wird sie stattfinden, um ein noch tieferes Absinken der Menschen zu verhindern, die in ihrer Lieblosigkeit schon jede Bindung mit Gott aufgelöst und die Kluft zwischen Ihm und ihnen erweitert haben und daher ihnen jegliche Kraft mangelt, sich zur Höhe zu entwickeln. Und darum kommt Gott ihnen zu Hilfe, Er beraubt sie ihrer Außenform und bindet das Geistige erneut, auf daß die endlos weite Kluft, die der freie Wille des Menschen hergestellt hat, wieder im Mußzustand verringert werde, auf daß das Geistige Gott wieder näherkommt im gebundenen Zustand und ihm einmal wieder die Möglichkeit gegeben wird, die Willensfreiheit recht zu nützen, um zu Gott zu gelangen, wenn auch nach endlos langer Zeit....
Amen
ÜbersetzerIn een wereld van haat en liefdeloosheid kan er geen geestelijke vooruitgang meer opgemerkt worden en de aarde mist haar eigenlijke doel, nml. het in haar belichaamde geestelijke tot een ontwikkeling omhoog te helpen. Bijgevolg is dus de tijd gekomen waarin de menigvuldige scheppingen die dit doel zouden moeten vervullen opgelost worden, en het geestelijke vrijgeven ten behoeve van nieuwe vormen.
Maar voor de mensheid betekent deze oplossing een val uit de alreeds beklommen hoogte in de diepste diepte. Het betekent een terugval in de hardste materie en een tweede gang door alle scheppingswerken op de nieuwe aarde.
De mensen zijn door hun gebrek aan liefde volledig onwetend. Zij hebben voor hetgeen voor hen ligt geen begrip en zij hebben ook geen zin daarover na te denken, als hun de kennis daarover ter overweging gegeven wordt. Zij houden zich niet bezig met geestelijke problemen, en dit is evenzo een teken dat de tijd van de ontbinding van de oude aarde gekomen is. En zij zijn ook voor generlei uitleg toegankelijk. Zij leven alleen voor hun wereldse interessen en wijzen elk geestelijk gesprek af, en daarom leveren vermaningen en waarschuwingen geen resultaat op.
Maar wanneer elke mogelijkheid wegvalt om een geestelijke verandering op aarde te bereiken, als een geestelijke opleving helemaal niet in aanmerking komt, dan is er alleen nog maar een algeheel verval te verwachten. Dat zal GOD echter niet laten gebeuren want HIJ vormt tevoren de aarde om, wat wel met een werk van algehele vernietiging gepaard gaat, maar in het plan van eeuwigheid is voorzien. Het volledig ontaarde mensengeslacht, d.w.z. het daarin gebonden geestelijke wordt weer de mogelijkheid gegeven tot een opwaartse ontwikkeling, omdat GOD's liefde niets geheel en al laat vallen - al verzet het zich ook helemaal tegen HEM.
De laatste vernietiging van de aarde zal daarom tegelijk een daad van grootste barmhartigheid zijn, maar ze zal onherroepelijk plaatsvinden om een nog steeds dieper wegzinken van de mensen te verhinderen. Want zij hebben in hun liefdeloosheid al elke verbinding met GOD verbroken en de kloof tussen HEM en hen verwijd, zodat hun de kracht ontbreekt zich opwaarts te ontwikkelen.
En daarom komt GOD hen te hulp. HIJ berooft hen van de uiterlijke vorm en bindt het geestelijke opnieuw. Daardoor kan de eindeloos wijde kloof die door de vrije wil van de mensen tot stand is gebracht weer smaller gemaakt worden in een "je moet" toestand. Zodat daardoor het geestelijke in een gebonden toestand GOD weer nader komt en het eenmaal weer de mogelijkheid wordt gegeven de vrijheid van wil goed te gebruiken om tot GOD te geraken, al is het ook na een eindeloos lange tijd.
Amen
Übersetzer