• Zurück

Glaube an übernatürliche Dinge.... Göttliche Verheißung....

Es ist der Glaube unbedingt erforderlich an die Liebe, Allmacht und Weisheit Gottes, um sich etwas erklären zu können, was außerhalb des Natürlichen liegt. Alles übernatürlich Erscheinende wird angezweifelt, d.h., es wird ihm das Übernatürliche abgesprochen und es als etwas Natürliches hinzustellen versucht, das höchstens außerhalb des menschlichen Wissens liegt. Nur der tief gläubige Mensch nimmt die Möglichkeit an, daß es göttliches Wirken sein könne, weil die Liebe, Allmacht und Weisheit Gottes ihm dafür Erklärung und Beweis genug ist. Und ob auch der Mensch scheinbar im Glauben steht, so ist dieser Glaube doch nicht tief genug, solange er ein sichtbares Wirken Gottes an den Menschen nicht für möglich hält. Es trennen die Menschen das Erdenleben noch zu sehr vom geistigen Erleben, sie stehen noch zu sehr auf der Erde, um für geistiges Wirken Verständnis zu haben.... Sie rufen wohl zu Gott, doch so Er Sich ihnen erkenntlich machen will, fliehen sie.... Gott zu erleben ist nur dann möglich, wenn Er ungezweifelt anerkannt wird. Ihn ungezweifelt anerkennen aber heißt, auch das Unfaßbarste für möglich zu halten, wenn Gott es will.... Den göttlichen Willen aber darf der Mensch nicht selbst bestimmen wollen.... Wie stellt sich der Mensch die Liebe Gottes vor, wenn Sie Sich nicht äußern möchte in größter Not?.... wenn Sie Ihre Geschöpfe ohne Hilfe belassen möchte, so sie sich selbst nicht mehr helfen können.... wenn Sie den ringenden Menschen nicht Trost und Kraft senden möchte, um sie vor dem Ermatten zu bewahren.... Und wie klein wäre diese Seine Liebe, so Er nicht jedes Mittel anwenden möchte, um die Erdenkinder dem Vater wieder zuzuführen.... Und Seine Allmacht und Weisheit wird wahrlich das rechte Mittel wählen und die Erdenkinder so bedenken wollen und können, daß sie Segen für ihre Seelen daraus ziehen können. Übernatürlich muß also alles sein, was von Gott kommt. Erkennt der Mensch Gott an, dann darf er auch übernatürliche Dinge nicht verneinen, nur kann er fürchten, übernatürlichen bösen Kräften zum Opfer zu fallen. Doch was diese den Menschen bieten, ist wahrlich nicht zu Gott hinweisend.... Und so ein Mensch sich bemüht, den göttlichen Willen zu erfüllen, ruft er nicht die Kräfte der Unterwelt zu sich heran. Diese werden einen gottesfürchtigen Menschen zwar hart bedrängen, doch der Wille zu Gott vermittelt ihm auch die Kraft aus Gott, denn diesen Willen zu Gott bekundet er durch sein Gebet und fordert dadurch die Kraft aus Gott an. "Der Glaube versetzt Berge....", so spricht der Herr.... doch wer glaubt Seinen Verheißungen? Gott ist die Liebe, und wer in der Liebe lebt, der bleibt in Gott und Gott in ihm.... So ihr nun diesen Worten Glauben schenkt, wie kann es euch dann Wunder nehmen, daß Gott Selbst durch einen Menschen spricht? "Ich will euch Meinen Geist senden, der euch in alle Wahrheit leitet...." Und so Gott ihn euch sendet, so glaubet ihr nicht. Doch ohne Glauben kann euch nicht das Brot des Himmels geboten werden, denn ihr erkennt es nicht als solches, sondern ihr wollt menschliches Werk darin erblicken. Und so kann euch Trost und Kraft nicht zugehen, und ihr geht leer aus und werdet schwer zu kämpfen haben in der Not der kommenden Zeit. Und wieder ist euer eigener Wille Hindernis, denn er richtet Schranken auf, die Gott Selbst niederreißen wollte, um euch näher zu sein im Geist. Und die lebendige Verbindung mit Ihm knüpfet ihr nicht an, denn sonst müßtet ihr Seine Stimme erkennen, so Er zu euch spricht. Alle Seine Worte müsset ihr Leben gewinnen lassen, indem ihr sie befolgt, auf daß sich auch die Verheißungen an euch erfüllen....

Amen

Geloof in bovennatuurlijke zaken – Goddelijke belofte

Het geloof in de liefde, almacht en wijsheid van God is absoluut noodzakelijk om de verklaring te kunnen vinden voor iets, wat buiten het natuurlijke ligt. Alles wat bovennatuurlijk lijkt, wordt in twijfel getrokken. Dat wil zeggen dat het bovennatuurlijke betwist wordt en er wordt geprobeerd het als iets natuurlijks voor te stellen, dat hoogstens buiten het menselijke weten ligt. Enkel de diepgelovige mens accepteert de mogelijkheid, dat het een goddelijk werkzaam zou kunnen zijn, omdat de liefde, almacht en wijsheid van God daarvoor voor hem voldoende verklaring is.

En ofschoon de mens ook lijkt te geloven, dan is dit geloof niet diep genoeg, zolang hij een duidelijk werkzaam zijn van God aan de mensen niet voor mogelijk houdt. De mensen scheiden het aardse leven nog te veel van het geestelijke leven. Ze zijn nog te veel met de aarde verbonden om voor een geestelijk werkzaam zijn begrip te hebben. Ze roepen wel naar God, maar als Hij Zich aan hen kenbaar wil maken, vluchten ze. God te ervaren is enkel dan mogelijk, als Hij zonder twijfel erkend wordt. Maar Hem zonder twijfel erkennen, betekent ook het onvoorstelbare voor mogelijk te houden, als het Gods wil is.

Maar de mens moet de goddelijke wil niet zelf willen bepalen. Hoe stelt de mens zich de liefde van God voor, als ze zich niet zou willen uiten in de grootste nood? Wanneer ze haar schepselen zonder hulp zou willen laten, als ze zichzelf niet meer zouden kunnen helpen. Wanneer ze de worstelende mensen geen troost en kracht zou willen sturen om hen voor de uitputting te behoeden. En hoe klein zou deze liefde zijn, als Hij niet elk middel aan zou willen wenden om de mensenkinderen weer naar de Vader terug te leiden? En Zijn almacht en wijsheid zou waarlijk het juiste middel kiezen en de mensenkinderen zo willen en kunnen bedenken, dat dit zegen voor hun zielen tot gevolg kan hebben.

Zodoende moet alles wat van God komt, bovennatuurlijk zijn. Als de mens God erkent, dan mag hij bovennatuurlijke krachten niet ontkennen. Hij kan er alleen maar voor vrezen om aan kwade bovennatuurlijke krachten ten prooi te vallen. Maar wat deze de mensen bieden, wijst werkelijk niet op God. En als een mens zich inspant om de goddelijke wil te vervullen, roept hij niet de krachten van de onderwereld tot zich. Deze zullen een godvruchtig mens weliswaar zwaar benauwen, maar de wil tot God geeft hem ook de kracht uit God, want deze wil tot God maakt hij door zijn gebed bekend en hij vraagt daardoor om de kracht uit God.

„Het geloof verzet bergen”, zo spreekt de Heer, maar wie gelooft Zijn beloftes? God is de liefde en wie in de liefde leeft, die blijft in God en God in hem. Als jullie nu aan deze woorden geloof schenken, hoe kunnen jullie het dan nu een wonder noemen, dat God Zelf door een mens spreekt. “Ik wil jullie Mijn geest sturen, die jullie in alle waarheid binnenleidt”. En als God Zijn geest naar jullie stuurt, dan geloven jullie niet. Maar zonder geloof kan jullie het brood uit de hemel niet geboden worden, want jullie herkennen het niet als zodanig, maar jullie willen dit beschouwen als menselijk werk.

En zo kan jullie geen troost en kracht toegestuurd worden en jullie zullen met lege handen vertrekken en zwaar moeten strijden in de nood van de komende tijd. En andermaal is jullie eigen wil een hindernis, want deze werpt barrières op, die God Zelf af zou willen breken om in de geest dichter bij jullie te zijn. En jullie knopen de levende verbinding niet met Hem aan, want anders zouden jullie Zijn stem moeten herkennen, als Hij tot jullie spreekt. Al Zijn woorden moet jullie leven erop vooruit doen gaan, als jullie deze opvolgen, opdat de beloftes zich ook voor jullie vervullen.

Amen