Aus der Fülle der Gedanken steigt immer jener Gedanke zur Oberfläche empor, der sich dem Willen des Menschen anpaßt.... d.h., es ist der Wille selbst Ursache, in welcher Bahn sich das Denken des Menschen bewegt. Es ist das menschliche Gehirn voller Eindrücke; alle suchen in das Bewußtsein des Menschen zu dringen, jedoch es entscheidet sich der Wille für einen bestimmten Gedanken, und dieser wird nun weitergesponnen oder auch abgewiesen, je nachdem des Menschen Geist in Verbindung tritt mit dem Gottesgeist, sofern geistige Ergebnisse angestrebt werden. Es ist das keineswegs so zu verstehen, daß der Mensch nur solche Gedanken haben könnte, wie er sie als nur Mensch anstrebt. Es kann auch nun der Geist aus Gott tätig sein, indem er auch die Außeneindrücke auf den Menschen wirken läßt, so daß ein jeder der aufgenommenen Gedanken von Bedeutung sein kann, sofern der Mensch geistiges Wissen anstrebt und also Aufklärung begehrt. Während bei einem irdisch gesinnten Menschen nur der Denkapparat als solcher in Funktion tritt, also die Beantwortungen der gestellten Frage belanglos sind, da sie der geistigen Förderung des Menschen nicht dienen. Es kann also eine jede Frage geistig gestellt und also auch geistig beantwortet werden, sowie dieselbe Frage auch rein irdisch Beantwortung finden kann. Und so ist der Born, aus welchem dem Menschen Weisheit vermittelt werden kann, unerschöpflich, denn es wird stets und ständig der Geist aus Gott solche austeilen, denn göttliche Weisheit ist unbegrenzt. Nur davon hängt es ab, wieweit die menschliche Seele sich gestaltet hat, um das vom Geist ihr Vermittelte aufnehmen zu können. Sie muß sich in einen Zustand gebracht haben, daß sie die feinsten Schwingungen des Geistes spürt und das leiseste Klingen der Herzensstimme in sich vernimmt. Geben und belehren will der Geist aus Gott immer, doch nicht immer sind die Empfangsgeräte so sorgfältig eingestellt, daß sie die leisesten Schwingungen vernehmen. Es muß der Mensch sein Ohr willig der Welt verschließen, er darf keinem irdischen Gedanken in sich Raum geben, er darf nichts Fremdes als Störung einlassen, sondern er muß einzig und allein der Regungen in sich achten, die geistig bedingt sind, also vom Geist im Menschen der Seele vermittelt werden möchten. Anfänglich ist diese Stimme im Herzen des Menschen nicht leicht verständlich und erfordert größte Aufmerksamkeit und Ausschalten jeglichen irdischen Gedankens. Doch es kann der Mensch äußerst leicht zur mühelosen Entgegennahme von geistigen Botschaften gelangen, wenn er bestrebt ist, alles irdische Denken auszuschalten, und nur vom göttlichen Geist belehrt zu werden begehrt. Die Welt mit allem ihr Anhaftenden stört die innerliche Verbindung mit den reingeistigen Gebern göttlicher Wahrheit, also wird immer der Empfang schwierig oder auch ganz unterbunden sein, solange irdische Probleme den Menschen noch berühren und diese nicht völlig ausgeschaltet werden können zur Zeit, da eine Vermittlung von Geistesgut stattfinden soll. Es ist von ganz besonderer Wichtigkeit, daß alle Anreize der Welt gemieden werden müssen, soll die Seele geistig gefördert werden und der Mensch sein Wissen um geistige Wahrheiten vermehren, denn es ist jede irdische Ablenkung hinderlich, weil sie die Seele des Menschen unfähig macht, die geistige Stimme zu hören, und auf anderem Wege dem Menschen die göttliche Weisheit nicht vermittelt werden kann so, daß sie ungezweifelt aufgenommen wird. Und darum muß die Trennung von der Welt restlos stattgefunden haben, will das Erdenkind Einblick nehmen in die Wunder der göttlichen Schöpfung, die ihm anders vorenthalten bleiben nach dem weisen Ratschluß des Herrn....
Amen
ÜbersetzerUit de overvloed aan gedachten stijgt steeds deze gedachte naar de oppervlakte, die zich aan de wil van de mens aanpast. Dat wil zeggen dat de wil er zelf de oorzaak van is in welke baan het denken van de mens zich beweegt. Het menselijke brein zit vol indrukken. Ze proberen allemaal het bewustzijn van de mens binnen te dringen. Maar de wil geeft de voorkeur aan een bepaalde gedachte en op deze gedachte wordt nu voortgeborduurd of het wordt ook afgewezen, al naar gelang de menselijke geest in verbinding treedt met de geest van God, voor zover geestelijke resultaten nagestreefd worden.
Het moet geenszins zo begrepen worden, dat de mens alleen maar zulke gedachten zou kunnen hebben, zoals hij ze louter als mens nastreeft. De geest uit God kan nu ook actief werkzaam zijn, doordat hij ook de uiterlijke indrukken op de mens in laat werken, zodat elk van de opgenomen gedachten van betekenis kan zijn, voor zover de mens geestelijke kennis nastreeft en dus ook opheldering verlangt. Terwijl bij een aardsgezind mens alleen het denkapparaat als zodanig in werking treedt, dus de antwoorden op de gestelde vraag onbelangrijk zijn, omdat ze de geestelijke vooruitgang van de mens niet dienen.
Elke vraag kan geestelijk gesteld en ook geestelijk beantwoord worden, zoals dezelfde vraag ook een puur aards antwoord kan vinden. En zo is de bron, waaruit de mens wijsheid gegeven kan worden, onuitputtelijk, want de geest uit God zal deze wijsheid voortdurend uitdelen, want de goddelijke wijsheid is onbegrensd. Het hangt er slechts van af, in hoeverre de menselijke ziel zich gevormd heeft, om dat, wat de geest haar gaf, op te kunnen nemen. Ze moet zich in een staat gebracht hebben, dat ze de fijnste roerselen van de geest gewaarwordt en het zachtste klinken van de stem van het hart in zich hoort. De geest uit God wil steeds geven en onderwijzen, maar de ontvangers zijn niet altijd zo nauwlettend ingesteld, dat ze de zachtste roerselen horen.
De mens moet zijn oor bereidwillig voor de wereld sluiten. Hij mag in zichzelf geen ruimte aan aardse gedachten geven. Hij mag niets vreemds als verstoring binnenlaten, maar hij moet enkel en alleen acht slaan op zijn innerlijke opwellingen, die geestelijk veroorzaakt zijn, dus door de geest in de mens aan de ziel gegeven kunnen worden.
Aanvankelijk is deze stem in het hart van de mens niet gemakkelijk verstaanbaar en het vereist grote opmerkzaamheid en het uitschakelen van elke aardse gedachte. Maar de mens kan uiterst gemakkelijk tot een moeiteloos in ontvangst nemen van geestelijke boodschappen komen, wanneer hij ernaar streeft om al het aardse denken uit te schakelen en er alleen naar verlangt om door de goddelijke geest onderwezen te worden.
De wereld met alles wat haar aankleeft verstoort de innerlijke verbinding met de zuiver geestelijke gever van de goddelijke waarheid, dus de ontvangst zal moeilijk of ook geheel beëindigd worden, zolang aardse vraagstukken de mensen nog beroeren en deze niet volledig uitgeschakeld kunnen worden op het moment, dat er een overdracht van geestelijke vraagstukken plaats zal vinden.
Het is bijzonder belangrijk, dat alle prikkels van de wereld gemeden worden als de ziel geestelijk gesteund moet worden en de kennis van de mens over geestelijke waarheden toe moet nemen, want elke aardse afleiding is hinderlijk, omdat ze de ziel van de mens onbekwaam maakt om de geestelijke stem te horen en op andere manieren de goddelijke wijsheid niet zo aan de mensen gegeven kan worden, dat ze zonder twijfel opgenomen wordt. En daarom moet de scheiding van de wereld volledig plaatsgevonden hebben, als het mensenkind een blik wil werpen in de wonderen van de goddelijke schepping, die hem anders onthouden blijven volgens het wijze raadsbesluit van de Heer.
Amen
Übersetzer