• Zurück

Thess. 2, 13.... Änderung des letzten Satzes.... Gespräch darüber....

Nur die innere Verbindung mit dem himmlischen Vater wird euch einführen in die Wahrheit und das Wissen um göttliche Weisheiten. So diese Verbindung hergestellt ist, kann nur immer die gleiche Wahrheit den Menschen zugehen, denn das Wirken des Geistes ist nicht verschieden, sondern muß immer die reine Wahrheit zeitigen. Also werden alle, die sich Gott dem Herrn unterstellen, auch des gleichen Geistes sein müssen, denn es lenket sie der Geist aus Gott der Wahrheit entgegen und gibt ihnen allen auch die gleiche Erkenntnis dieser. Wer sich befleißigt, in Konnexion zu treten mit dem Geber der Wahrheit, muß folglich auch in dieser unterwiesen werden, und es werden daher auch die Menschen übereinstimmen in ihren Ansichten, die sich mit voller Hingabe an Gott Selbst wandten, um nicht fehlzugehen. Doch des öfteren versucht der menschliche Verstand allein, das Wort zu erklären, das Gott durch sichtbares Zeichen Seines Wirkens den Menschen zugehen ließ. Es wählen die Vertreter der göttlichen Lehre dann eine Ausdrucksform, die ihnen geläufiger ist, und haben auch nicht die Absicht, das Wort umgestalten zu wollen, jedoch kann der Sinn dessen ein anderer werden, so sie nicht gleichfalls vom Geist Gottes erleuchtet waren. Was der Mensch nur rein verstandesmäßig tut, wird selten frei sein von Irrungen. Gottes Beistand und Hilfe aber erbeten zu haben sichert alles Vorhaben und ist auch vollste Gewähr für rechtes Gelingen. Es brauchen also die Verbesserungen (nicht falsch) keine Irrlehren zu sein, obwohl sie den Sinn verschleiern; es braucht der Mensch dadurch nicht in Irrtum geleitet werden, nur fehlt ihm das Verständnis für jenen Vorgang, der gerade überaus bedeutsam ist für das Erdenleben.... für die Ausgießung des hl. Geistes und dessen sichtbares Wirken.... Es wird das Wirken des hl. Geistes viel zu wenig erkannt, und das ist auch der Anlaß jenes veränderten Wortes, das der Unkenntnis dieses bedeutsamsten Vorganges entsprang, ohne jedoch andererseits eine Irrlehre zu sein. Es schützet der Herr Sein Wort, auf daß es nicht verunstaltet werde, und Er gibt auch jedem ernstlich Bejahenden vollste Kenntnis und Aufklärung, so daß das Rechte nicht verborgen bleibt, und Er führet daher auch jene zusammen, denen der göttliche Wille über alles geht, auf daß sie die Segnungen des göttlichen Wortes genießen und ihnen der Wille des Vaters offenbar werde. Denn es wird das Wort Gottes in seiner tiefsten Weisheit erfassen, wer den Willen Gottes zu erfüllen trachtet und sich also dem Wirken des göttlichen Geistes nicht entzieht. Es führt ihn der Geist aus Gott in die reinste Wahrheit und lässet ihn auch jeden Irrtum erkennen, denn es will Gott, als die Wahrheit Selbst, immer wieder die Lüge von der Wahrheit scheiden und den Menschen auf Erden das reine, unverfälschte Wort zugänglich machen, darum lässet Er den Menschen erneut dieses zugehen und schützet es vor jedem Irrtum....

Amen

Thessalonicenzen 2:13 – Verandering van de laatste zin – Gesprek daarover

Alleen de innerlijke verbinding met de hemelse Vader zal jullie in de waarheid binnenleiden en kennis van de goddelijke wijsheden opleveren. Als deze verbinding tot stand gebracht is, kan steeds alleen maar dezelfde waarheid de mens toegestuurd worden, want de geest werkt niet verschillend, maar moet steeds de zuivere waarheid opleveren. Dus zullen allen, die zich aan God de Heer onderwerpen, ook dezelfde geest moeten hebben, want de geest van God leidt hen naar de waarheid en geeft hun ook allemaal hetzelfde inzicht hierin. Wie ernaar streeft om in verbinding te treden met de Gever van de waarheid, moet derhalve ook hierin onderwezen worden en daarom zullen de mensen, die zich met volledige overgave tot God Zelf keerden om zich niet te vergissen, ook overeenstemmen in hun opvattingen.

Maar vaak probeert alleen het menselijke verstand het woord, dat God door een zichtbaar teken van Zijn werkzaam zijn de mensen toe liet komen, te verklaren. De aanhangers van de goddelijke leer kiezen dan een uitdrukkingsvorm, die gemakkelijker voor hen is en ze hebben ook niet de bedoeling om het woord te willen veranderen, maar de betekenis hiervan kan anders worden, als ze niet eveneens door de geest van God verlicht waren. Wat de mens alleen puur verstandsmatig doet, zal zelden vrij zijn van vergissingen. Maar de bijstand en hulp van God gevraagd te hebben, verzekert alle voornemens en is ook de krachtigste waarborg voor welslagen.

De verbeteringen (geen vervalsingen) hoeven dus geen valse leringen te zijn, hoewel ze de betekenis versluieren. De mens hoeft daardoor niet in dwaling gebracht te worden, het ontbreekt hem alleen aan begrip voor die gang van zaken, die juist buitengewoon veelbetekenend voor het aardse leven is, voor het uitstorten van de heilige geest en diens zichtbare werkzaam zijn. Het werkzaam zijn van de heilige geest wordt veel te weinig herkend en dat is ook de aanleiding voor de veranderde woorden, die uit onwetendheid over deze veelbetekenende gang van zaken voortkwam, echter zonder anderzijds een dwaalleer te zijn.

De Heer beschermd Zijn woord, opdat het niet misvormd wordt en Hij geeft ook iedereen, die ernstig instemt de meest volledige kennis en opheldering, zodat het juiste niet verborgen blijft en Hij brengt degenen samen, bij wie de goddelijke wil boven alles gaat, opdat ze de zegeningen van het goddelijke woord genieten en de wil van de Vader duidelijk voor hen wordt. Want degene, die de wil van God probeert te vervullen en zich dus niet aan het werkzaam zijn van de goddelijke geest onttrekt, zal het woord van God in zijn diepste wijsheid begrijpen. De geest van God leidt hem de zuiverste waarheid binnen en laat hem ook elke dwaling herkennen, want God, als de waarheid Zelf, wil steeds weer de leugen van de waarheid scheiden en voor de mens op aarde het zuivere, onvervalste woord toegankelijk maken. Daarom laat Hij dit woord opnieuw aan de mensen toekomen en beschermt het tegen elke fout.

Amen