Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Blumen.... Umformung der Wesen.... Schöpfungswerk....

Nehmet den Garten des Herrn hin als eine Seiner lieblichsten Schöpfungen. Die Blumen in ihrer übergroßen Zahl und Art weisen euch hin auf des Herrn unermeßliche Kraft und Gestaltungsliebe. Sooft sich ein Wesen verkörpert, ist durch den Willen Gottes eine Form bedingt, in der sich dieses Wesen aufhalten und darin wirken kann. Desgleichen werden auch alle die Wesen, denen die Kraft Gottes ein sichtbares Wirken zur Pflicht gemacht hat, immer wieder in Formen gebracht, je nach ihrer ihnen bestimmten Tätigkeit. Daß nun Tausende und aber Tausende solche Wesen eine überaus kurze Lebensdauer haben, hat darin seine Begründung, daß alles in der Welt bestehen muß gleichfort.... der Vernichtungstrieb andererseits aber wiederum eine dauernde Veränderung dieser hervorruft. Da nun aber keine konkrete Vernichtung eines Wesens stattfinden kann, so muß dieses sich notgedrungen immer wieder in anderer Form verkörpern.... Deshalb der rasche Wechsel in der Natur.... das ewige Entstehen und Vergehen aller Lebewesen.... (In allen heliotropfarbenen Gewächsen verkörpern sich die Wesen, die der Vater des Alls bestimmt hat als Träger des Gottesgeistes im Pflanzenreich....) Es ist ein so wunderbares Gestalten aller Kreaturen auf Erden den schaffenden Geistwesen zum Bedürfnis geworden, daß sie in tausendfältiger Art und Verschiedenheit sich kundgeben können. Die jedesmalige Aufgabe eines jeden Wesens ist, die Form so lange zu beleben, bis es selbst für die Neugestaltung in anderer Form reif geworden ist, und mit der Verkörperung in jeder Form auch den Zweck zu erfüllen, am Schöpfungswerk Gottes sich zu beteiligen, wenn auch willenlos und unbewußt. Fortlaufendes Umformen ergibt dann von selbst immer höhere Aufgaben, und (es = d. Hg.) löst sich ein solches Wesen auch immer mehr von dem ihm immer noch anhaftenden Drang nach unten.... es strebt dem Licht entgegen in jeglicher Verkörperung.... Und in mannigfaltigen Formen ist daher solchen Wesen die Möglichkeit gegeben, des Herrn der Schöpfung Lob und Ehre zu verkünden, denn eine jede Form ist ein wahres Wunderwerk.... doch der menschliche Verstand.... eben weil er nicht imstande ist zu erkennen, schenkt diesen Wunderwerken oft gar nicht die Beachtung.... Wo hat des Herrn große Liebe sich herrlicher geäußert als in der mannigfaltigen Gestaltung dessen, was die Erde über und über bedecket.... sei es in Feld und Wald, auf den Bergen oder im Tal, sei es auf dem Erdboden oder in der Luft.... es ist ein unermeßliches Werk von Gottes Allmacht, das der Herr den Menschen zur Schau gestellt hat, und in der Vielgestaltung der Blumen allein schon liegt ein so tiefer Sinn verborgen, daß eine jede davon das Denken des Menschen beschäftigen könnte über alle Maßen. Wollet als Menschen ihr stets bedenken, daß den Wert der Blumen nicht erkannt hat, wer achtlos daran vorübergeht, daß ihr alle aber auch diesen Weg gegangen seid und ihr eure jetzige Gestaltung auch erst nach langem, langem Ringen erhalten habt, daß ihr aber zuvor die Verbindung mit der Erde nur dadurch finden konntet, daß ihr euch am Schöpfungswerk des Herrn beteiligt habt durch die Verkörperung in solchen kleinsten Formen und kleinsten Kreaturen. Darum achtet in jeder Blume, in jedem Grashalm den ewigen Schöpfer des Himmels und der Erde.... und achtet auch der kleinsten Wesenheiten, die durch ihre Verkörperung dem Herrn des Himmels und der Erde dienen....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Bloemen - Omvorming van de wezens - Scheppingswerk

Zie de tuin van de Heer als één van Zijn liefelijkste scheppingen. De bloemen met hun enorme aantal en soorten verwijzen naar de onmetelijke kracht en vormingsliefde van de Heer. Telkens als er zich een wezen belichaamt, is er door de wil van God een vorm vastgesteld, waarin dit wezen kan verblijven en werkzaam zijn. Op dezelfde manier worden ook alle wezens aan wie de kracht van God een zichtbare werkzaamheid als taak heeft gegeven, steeds weer in vormen gebracht volgens de werkzaamheid die voor hen bepaald is.

Dat nu duizenden en nog eens duizenden van dergelijke wezens een zeer korte levensduur hebben, kan verklaard worden door het feit dat alles in de wereld moet bestaan, maar dat de vernietigingsdrang anderzijds weer een voortdurende verandering van deze wezens veroorzaakt. Aangezien er echter geen enkele concrete vernietiging van een wezen kan plaatsvinden, moeten deze wezens zich noodgedwongen steeds weer in andere vormen belichamen. Vandaar de snelle wisseling in de natuur, het eeuwige ontstaan en vergaan van alle schepselen. (In alle heliotroopkleurige gewassen belichamen zich wezens die de Vader van het heelal bestemd heeft tot dragers van de geest van God in het plantenrijk.)

Zo een wonderbaarlijk vormgeven van alle schepselen op aarde is ontstaan uit het verlangen van de scheppende geestelijke wezens. Zo kunnen ze zich op duizenden verschillende manieren bekendmaken. Het is telkens weer de taak van elk wezen om de vorm zolang te bezielen totdat het zelf rijp is geworden voor de herschepping in een andere vorm. En het is ook de bedoeling om met de belichaming in elke vorm deel te nemen aan het scheppingswerk van God, ook al is het op een willoze en onbewuste manier.

Het doorlopend omvormen resulteert dan vanzelf in steeds hogere opdrachten en het wezen verlost zich ook steeds meer van de neerwaartse drang, die nog steeds aan hem kleeft. In elke belichaming streeft hij naar het licht. En in uiteenlopende vormen is dit wezen daarom de mogelijkheid gegeven lof en eer voor de Heer van de schepping te uiten, want elke vorm is een waar kunstwerk. Maar juist omdat het niet in staat is dit te herkennen, schenkt het menselijke verstand vaak helemaal geen aandacht aan deze wonderwerken.

Waar heeft de grote Liefde van de Heer zich heerlijker geuit dan in de veelsoortige vorming van wat de aarde van onder tot boven bedekt? Zij het in het veld of in het woud, op de bergen of in het dal, zij het op de aardbodem of in de lucht: het is een onmetelijk werk van Gods almacht dat de Heer aan de mensen in aanschouw gegeven heeft. En in de variatie van de bloemen alleen al ligt zo een diepe betekenis verborgen dat elke variatie het denken van de mens mateloos zou kunnen bezighouden.

Wil toch als mens steeds bedenken: degene die er achteloos aan voorbijgaat, heeft niet de waarde van de bloemen ingezien. Maar ook jullie zijn allen deze weg gegaan en pas na een zeer lange strijd hebben ook jullie je huidige vorm verkregen. Voorheen konden jullie je echter alleen met de aarde verbinden doordat jullie in zulke kleinste vormen en geringste creaturen hebben deelgenomen aan het scheppingswerk van de Heer.

Eerbiedig daarom in elke bloem, in elke grashalm de eeuwige Schepper van hemel en aarde. En waardeer ook de kleinste wezens die door hun belichaming de Heer van hemel en aarde dienen.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte