• Zurück

Mein Führer und Beschützer.... Kontrollgeist.... Schüler - Lehrer....

Vernimm deines Herrn Worte.... Geregelt ist dein ferneres Leben. Ein reingeistiger Austausch wird stattfinden immer, wenn dein Herz danach verlangt.... Du wirst vernehmen göttliche Lehren, und des Herrn Gnade wird dir die volle Erkenntnis geben dessen, was du aufnimmst. Denn es sind da nicht wenige, die bereit sind, dir zu geben.... die alle sich beteiligen möchten an deiner Geistesarbeit.... sie erkennen immer mehr die Aufgabe, die dir gesetzt ist, und in eifrigem Streben sind sie darauf bedacht, in inniger Verbindung dir Geistesgut zu vermitteln. In der Schar der dich umgebenden Lehrer und beauftragten Boten Gottes befindet sich einer, der deiner ganzen Wesensart entspricht und dir sehr zugetan ist. Er wendet sich dir voller Teilnahme immer wieder zu, deine Arbeit beachtend und dich in deinem Streben aufmunternd. Denn seine größte Aufgabe im Jenseits gilt denen, die dem Herrn willig ihre Dienste weihen; diese zu fördern, ist er ständig bemüht. Was dir nun zugeht an geistigen Lehren, wird gewissenhaft von ihm kontrolliert.... und so er dich und deine Arbeit betreut, bist du in guter Hut. Die verschiedenen Wesen, die dich umgeben, sind in gleicher Sorge um dich bemüht, will doch ein jedes wirken durch dich.... um durch ein ihnen willfähriges Erdenkind ihre Liebesbetätigungen an den unwissenden, ihnen anvertrauten Seelen auszuüben. Die geistige Beschaffenheit der Menschen braucht so dringend eine Unterstützung durch liebe Geistwesen, doch finden diese so wenig Gehör bei den Menschen und noch viel weniger direkte Hilfe durch willige Erdenkinder. Hat sich nun eine Seele so verbunden mit dem Jenseits, daß sie aufnahmewillig und aufnahmefähig geworden ist für geistige Lehren, so möchten von einer solchen Bereitwilligkeit so zahlreiche Geistwesen Besitz ergreifen.... Alle möchten sich kundgeben und sind daher ständig in deiner Nähe.... Doch dein Kontrollgeist.... dein Führer und Beschützer, muß dich deinen Kräften gemäß bedenken.... dein Wille ist wohl gut, doch deine Kräfte noch nicht stark genug.... Die Liebe des Herrn läßt dir unaufhörlich zugehen Sein Wort, und so wirst du geschult und empfänglich werden für göttliche Lehren und Weisheiten, die dir bald leicht und mühelos zugehen werden, wenn du dich nur immer voller Liebe dieser deiner Arbeit hingibst und dich vertrauensvoll deinem geistigen Beschützer überläßest.... Er hat es übernommen, dir zu unterbreiten alle Lehren des Heilands, und seine Sorge gilt dir unausgesetzt.... vermöge seiner übergroßen Liebe zum Heiland ist auch seine Liebetätigkeit eine außergewöhnlich rührige und erfaßt alle die Seelen, die ihren Willen ganz dem Herrn unterstellen.... Dort vermag er einzuwirken auf die Herzen und in ihnen die Liebe zum göttlichen Heiland anzufachen, bis sich Beschützer und Schützling in dieser Liebe so ergänzen, daß die Vermittlung alles Geistigen nur immer leichter wird und das Erdenwesen ganz leicht die jenseitige Übertragung verstehen lernt und sich in heißer Liebe zum Heiland immer hingebender seiner Aufgabe widmet. Denn immer ist der Liebesgrad ausschlaggebend, wieweit die göttlichen Lehren Aufnahme finden im menschlichen Herzen.... Und so der Übermittler alles Geistigen sein Liebeswerk an einem liebewilligen Kind ausübt, wird dieses immer heißer entflammen in der Liebe zum Heiland und werden dann in solcher Liebesglut immer alle göttlichen Weisheiten, alle Lehren und Unterweisungen im Herzen aufgenommen werden.... Und so muß sich ein solches Erdenkind nun formen und entwickeln.... Es muß der Schüler seinem Lehrer ähnlich werden. Die einzige Aufgabe, die ein Lehrer seinem Schüler stellt, soll gelöst werden zur Zufriedenheit des göttlichen Lehrmeisters, und darum betreuet und lehret dich unermüdlich die Geisteskraft, die dir zum Führer und Beschützer zugeteilt wurde und die mit großer Freudigkeit ihres Amtes waltet.... Das Wesen, das dich stets umgibt, das deine Gedanken lenkt, ist dir wohlgesinnt.... Es ist des Herrn liebster Diener Johannes....

Amen

Mijn leider en beschermer - Controlegeest - Leerling - Leraar

Verneem de woorden van de Heer. Je verdere leven is geregeld. Een zuiver geestelijke uitwisseling zal steeds plaatsvinden wanneer je hart ernaar verlangt. Je zult goddelijke leringen ontvangen en de genade van de Heer zal je het volle inzicht geven in wat je opneemt. Want het zijn er niet weinig die bereid zijn aan jou te geven en die allen graag zouden willen bijdragen aan je geestelijk werk. Ze realiseren zich steeds meer de opdracht die je gesteld is en in ijverig streven zijn ze erop bedacht je in innige verbinding het geestelijke goed over te dragen.

In de groep van de leraren en de gemachtigde boodschappers die jou omringen is er iemand die met geheel je wezen overeenstemt en die je zeer is toegedaan. Met volle belangstelling wendt hij zich steeds weer tot jou. Hij schenkt aandacht aan je werk en moedigt je aan in je streven. Want zijn grootste opgave in het hiernamaals betreft degenen die hun diensten gewillig aan de Heer wijden. Hij spant zich voortdurend in om hen vooruit te helpen. Wat je nu aan geestelijke leringen toekomt, wordt gewetensvol door hem gecontroleerd. En als hij jou en je werk begeleidt, ben je onder goede bescherming.

De verschillende wezens die je omgeven, spannen zich met dezelfde zorg in. Want elk van hen wil toch door jou werken, om door een mensenkind dat ten opzichte van hen gewillig is, hun liefdeswerken aan de onwetende, aan hen toevertrouwde zielen te volbrengen. De geestelijke hoedanigheid van de mensen heeft zeer dringend ondersteuning van lieve geestelijke wezens nodig, maar ze vinden zeer weinig geloof bij de mensen en nog veel minder directe hulp van bereidwillige mensenkinderen. Als er zich nu een ziel met het hiernamaals verbonden heeft zodat ze gewillig en bekwaam geworden is om geestelijke leringen te ontvangen, dan willen talrijke geestelijke wezens graag die bereidwilligheid in beslag nemen. Ze willen zich allen bekendmaken en daarom zijn ze voortdurend in je nabijheid.

Maar je controlegeest, je leider en beschermer, moet naargelang je krachten aan je geven. Je wil is wel goed, maar je krachten zijn nog niet sterk genoeg. De Liefde van de Heer laat je onophoudelijk Zijn Woord toekomen en zo zul je opgeleid en ontvankelijk worden voor goddelijke leringen en wijsheden, die je weldra gemakkelijk en moeiteloos zullen toekomen, wanneer jij je maar steeds vol liefde aan jouw arbeid overgeeft en je vol vertrouwen aan je geestelijke beschermer overlaat. Hij heeft het op zich genomen je in alle leringen van de Heiland te onderwijzen en hij zorgt steeds voor jou. Op grond van zijn overgrote liefde voor de Heiland is ook zijn liefdeswerkzaamheid buitengewoon bedrijvig en omvat hij al de zielen die hun wil geheel aan de Heer onderwerpen. Hij kan daar inwerken op de harten en in hen de liefde voor de goddelijke Heiland doen ontvlammen, totdat de beschermer en de beschermeling elkaar in deze liefde zo aanvullen dat het overdragen van al het geestelijke steeds maar gemakkelijker wordt en het aardwezen heel gemakkelijk de overdracht vanuit het hiernamaals leert verstaan en het zich in vurige liefde voor de Heiland met steeds meer overgave aan zijn opdracht wijdt.

Want steeds is de graad van liefde doorslaggevend in hoeverre de goddelijke leringen in de menselijke harten worden opgenomen. En wanneer de overdrager van al het geestelijke zijn liefdeswerk overbrengt op een kind dat tot liefde bereid is, zal het steeds vuriger ontvlammen in de liefde voor de Heer. En in zulke liefdesgloed zullen steeds alle goddelijke wijsheden, alle leringen en onderwijzingen in het hart worden opgenomen. En zo moet een dergelijk mensenkind zich nu vormen en ontwikkelen. De leerling moet gelijk worden aan de leraar. De enige opgave die een leraar zijn leerling stelt, moet naar tevredenheid van de goddelijke Leermeester worden volbracht. En daarom word je onvermoeibaar begeleid en onderwezen door de geestelijke kracht die je als leider en beschermer toebedeeld werd en die met grote vreugde zijn taak uitoefent. Het wezen dat je voortdurend omgeeft, dat je gedachten stuurt, is je welgezind. Het is de liefste dienaar van de Heer, Johannes.

Amen